Het leven zoals het is: Japan

Friday, February 23, 2007

Toyako 洞爺湖 en Otaru 小樽

Toyako 洞爺湖
Na een tijdje in Sapporo verbleven te hebben, namen we vervolgens de bus naar Toyako ofwel het Toya-meer. De busrit alleen al was schitterend, 't sneeuwde enorm hard en we leken alleen maar wit om ons heen te zien. Weg van de stad, op naar het rustige Toya-meer! Een paar uur later kwamen we aan bij de laatste bushalte van die dag 'Toyako onsen'. Het werd ons meteen duidelijk dat we in een stukje, niet zo druk bewoond Japan, beland waren. We waren er tegen een uur of 2 in de namiddag, maar er bleken nog slechts twee bussen richting jeugdherberg te rijden...
Eens in de jeugdherberg, bleek dat wij de enige 4 gasten daar waren! De jeugdherberg heette trouwens Showa Shinzan, genaamd naar de vulkaan die vlakbij lag. Usuzan, een uitgedoofde vulkaan die in 2000 zijn laatste uitbarsting kende, konden we vanuit ons raam zien. Spannend!
't Zou tegen 5 uur al donker waren en veel vervoersmogelijkheden waren er niet in de buurt, dus besloten we maar een wandelingetje in de buurt te gaan maken. Met heel veel foto's van Cat tot gevolg! Aangezien wij de enige vier gasten waren, werden we goed verzorgd door de 'vrouw des huizes', die voor ons heerlijke 'shabu shabu' gemaakt had. Shabu shabu, zijn eigenlijk stukjes vlees en groentjes, die je zelf mag koken in een potje water, wat dan het geluidje 'shabushabu' zou moeten maken...
De volgende dag moesten we al vroeg uit de veren, want het ontbijt werd tussen 7 en 8 's morgens geserveerd en de enige bus richting 'centrum', reed om 8u32. Met slaapoogjes konden we van een opnieuw fantastisch ontbijt genieten en dan hop, naar het vulkanisch museum!
Hier waren we natuurlijk ook alleen met z'n vieren, waarop de man van het museum besloot om ons toch maar 10 minuten voor openingstijd binnen te laten en meteen de Engelstalige film over de uitbarsting te laten zien. Vriendelijke mensen, die Japanners!
Vervolgens zouden we doorgaan naar het JR Toya station, waar we noedels zouden gaan maken. Maar we hadden nog wat tijd en dus besloten we de plaatselijk beroemde hand- en voetonsen uit te testen. Het deed deugd, zo wat warm water aan de voeten! Onderweg ontmoetten we Mina, een Koreaanse die de avond daarvoor normaal in dezelfde jeugdherberg als wij zouden slapen, maar er wegens gebrek aan vervoer, niet meer geraakt was. De wereld is toch klein zenne..
We spraken af om die namiddag samen de vulkaan van wat dichterbij te gaan bekijken.
Maar eerst noedels maken! Dat dachten we toch... Eens daar, bleek dat je om noedels te maken aan de hele andere kant van het meer moest zijn! Geen probleem, we zijn de zee gaan bewonderen, hebben er (gele) curry gegeten en de supermarkt verkend.
Dan maar terug met de bus, om op tijd te zijn voor onze afspraak met Mina. De vulkaan dampte en het was echt knap om zien hoe de vulkaan helemaal besneeuwd kan zijn, maar dat er toch rook uitkomt. We waren te voet van de jeugdherberg tot aan de voet van de vulkaan gestapt, maar werden onderweg terug opgepikt door een voorbijrijdende auto. Liften is fijn!
Terug bij de jeugdherberg, duurde het nog een tijdje voor de bus kwam, waarop we haar ingewijd hebben in de mysterieuze wereld van UNO!
De volgende dag moesten we opnieuw de bus om 8u30 nemen en dus hadden we nog massa's tijd toen we bij de bushalte kwamen. Dan maar een cruiseje op het meer! Best frisjes, was het, op onze kasteelboot! Nog een voetbadje en we waren klaar voor de busrit terug naar Sapporo, waar we dan de trein terugnamen naar Otaru.










Otaru 小樽
In Otaru wilden Kemi niet meteen lastigvallen om naar de jeugdherberg te gaan en gingen we dus met de bus ipv haar te bellen, ook al had ze gezegd dat ze ons wel zou komen halen.
Eens in de jeugdherberg kregen we echter een telefoontje dat ze één van haar vrienden gestuurd had om ons te komen halen aan het station en dat hij ons niet vond....
De arme man, Matsui, kwam ons dan maar halen aan de jeugdherberg en nam ons meteen mee naar het glasblaasatelier om ons eigen glas te blazen, wat we met succes gedaan hebben! Niet volledig zonder hulp natuurlijk. De man wou ons mee uit eten nemen, maar er stond zoveel wind die avond, dat hij te gevaarlijk vond om dat te doen en hij besloot dat 'zijn vrouw wel iets zou klaarmaken, maar dat we dan wel eerst langs de supermarkt moesten'. Daar hadden wij geen problemen mee en het werd een hele gezellige avond! Wat ik toen wel een groot probleem vond, was dat we een telefoontje gekregen hadden met de mededeling dat de ferry van 15 februari om 23u afgelast was wegens gevaarlijk weer, hoge golven en stormachtig weer. De ferry zou wel varen op 17 februari. We hadden eigenlijk niet echt nog iets te doen in Otaru en ons geld raakte stilaan op, dus we wilden echt wel graag naar huis. Geen probleem, zei Kemi en ze regelde ons een hotel om twee nachten langer in Otaru te kunnen blijven en ze zou ons 'wel bezig houden'.
En inderdaad, de volgende dag stuurde ze Matsui opnieuw met ons op pad, naar de onsen en de Nikka whiskey-distillerij (Claudy, 't was de moeite!). Na de onsen en de whiskey, kreeg iedereen plots last van vermoeidheid en we besloten dan ook dat het tijd was om richting Green Hotel te keren. Daar wachtte Kemi ons op. Ze wou blijkbaar graag nog iets gaan doen met ons, maar we waren echt allevier doodop en hadden eerst nood aan een dutje.
Tot bleek dat de vrouw van de ferry-maatschappij gebeld had!
Ik begreep dat de ferry van 17 februari ook niet zou doorgaan, maar wat ze verder over de 16e zei, was mij een raadsel. We schakelden Kemi (voor de zoveelste keer) in en ze wist ons te zeggen dat de ferry van de 17e verplaatst was naar 16 februari omwille van de vele trucks die echt wel de zee over moesten! Na zo'n halfuurtje heen en weer getelefoneer, had ik er echt wel even genoeg van. We waren alle vier doodop en hadden een dutje en rustig avondje nodig, wat we dan ook gehad hebben! Op 16 februari gingen we naar de plaatselijke shoppingmall, waar we ook Kemi's dochter leerden kennen en samen met haar purikura gemaakt hebben. Daarna volgde er nog een kennismaking met een beroemde vriend van haar en dan konden we samen naar de Otarubierbrouwerij om avond te eten! Vanuit de brouwerij, waar we aten, konden we de lichtjes op het kanaal zien. Echt mooi! Otaru-bier smaakt echt wel westers ('t had dan ook Duitse oorsprong naar verluid), en 't gezelschap was goed, dus ik had weer een geslaagd avondje! Het kanaal is op wandelafstand van het hotel waar we verbleven en dus konden we via een wandeling langs het kanaal terugkeren. Er hing best wel een romantische sfeer en daarvoor staat Otaru blijkbaar terecht bekend.
Een paar uurtjes rust en om 1u 's nachts kwam Kemi ons halen, met alweer een andere vriend aan haar zijde! Ze ging ons, met de grote auto van de vriend, naar de ferry terminal brengen. Waar ze dan ook nog eens tot 3u30 samen met ons gewacht hebben tot we op de ferry mochten! Kemi en haar vrienden zijn fantastisch en ik was dan ook helemaal van de kaart toen ze zei dat ze een briefje naar de kapitein ging sturen om te vragen of hij ons niet wou rondleiden!
Kemi is een godin!
Want inderdaad, de volgende dag, nog steeds op de boot om 13u, kwam de kapitein ons halen om ons de 'bridge' te laten zien! We kregen uitleg over alles wat daar gebeurt en mochten met de kapitein op de foto, in outfit! Danku Kemi!
We kwamen rond 1u 's nachts aan in Maizuru, waar we zouden moeten wachten tot 's ochtends vooraleer we openbaar vervoer naar Osaka konden nemen. Gelukkig kregen we wat dekentjes in de wachtzaal om ons warm te houden! Om 5u dan weer opgestaan om te voet naar 't station te lopen en de trein te halen van 5u48, die we net misten, maar gelukkig reed er een bus om 6u... Op 18 februari rond 9u 's morgens zouden we dan eindelijk toch in Osaka aankomen, na een reis van 32 uur... Slapen was het enige waartoe ik toen nog in staat was!




Thursday, February 22, 2007

Hokkaido...

In plaats van één gigantisch lange blog over mijn reisavonturen, leek het mij beter om er een enkele kortere te maken. Deze blog is dan ook het vervolg op de vorige hokkaido-blog. Veel plezier!

Sapporo 札幌
Mijn vorige blog eindigde bij de eerste avond in Sapporo. We hebben 5 nachten in Sapporo doorgebracht. 3 in het Sapporo House Youth Hostel (waar we Alysia uit Costa Rica leerden kennen) en dan dan nog 2 nachten in het Sapporo In Nada, een rustig hotelletje, in Japanse stijl. Beide hostels lagen in een andere buurt van Sapporo, waardoor we de kans hadden om Sapporo eens langs een ander kant te bekijken. Gedurende die vijf dagen zijn we naar de twee grootste en interessantste locaties van het sneeuwfestival gaan kijken, wat heel wat tijd gevuld heeft aangezien Odori-park en de buurt Susukino echt wel groot is! Naast sneeuwbeelden zagen we er ook ijssculpturen, met en zonder ingevroren zeebewoners...
't Was best koud en het sneeuwde regelmatig, waardoor we af en toe wat opwarming gingen zoeken bij Starbucks! Heerlijke koffie! Tijdens de tweede avond in Sapporo, hadden Cat, Judith en ik het plan opgevat om de TV-tower binnen te gaan en er de lift te nemen om zo het verlichte ijsfestival vanuit de hoogte kunnen zien. Er stond echter een veel te lange rij en het kostte dan ook nog eens 5 euro, waarop we maar besloten om wat kraampjes te kijken. Dat bleek een goed idee te zijn geweest, want zo kwamen we terecht bij een kraampje, waar je chai melk thee voor 100 yen kon kopen. Wat we natuurlijk moesten proberen! Na een babbel, vroeg de man van het kraampje ons of we onze thee niet in het chaletje wilden opdrinken en die uitnodiging namen we graag aan. Hij bood ons vervolgens American dogs (worst met deeg errond op een stokje), pureebollen op een stokje en dan ook nog currysoep aan. Terwijl we hem net verteld hadden dat we naar de Mos Burger geweest waren.... De man was uitermate vriendelijk en toen Cat en ik een pot thee kochten, vulde hij onze bekertjes nog eens. 'Service' heet dat dan...サービスです。
Wat hebben we zo nogal in Sapporo gedaan? Geshopt, de Clock Tower en Hokkaido University bezocht en we hebben de ropeway op Moiwa-yama gedaan nadat we Hokkaido Jingu bezochten.
De Clock Tower was een vreemd beeld in de grijze stad. Het was een zeer Westers aandoend houten gebouw, tenmidden van de torenhoge flatgebouwen. Vreemd, maar wel knap dat de klokkentoren er na al die jaren nog steeds staat! Hokkaido University is echt een mooie universiteit, gelegen in een heel groot park, dat er met al die sneeuw echt heel mooi uitzag.
Net zoals het sneeuwtapijt bij Hokkaido University indruk gemaakt had, was ook Maruyama park 丸山公園 de moeite. In dit park is Hokkaido Jingu gelegen, en je kan je waarschijnlijk wel voorstellen dat een tempel in het midden van de bossen met al die sneeuw errond een fantastisch zicht oplevert. Daarenboven konden we in de tempel een glimp opvangen van een Japanse autozegening en een huwelijk! We waren weer op de juiste plaats op het juiste moment.
Na Maruyama park, keerde Natale terug naar Sapporo centrum, maar Cat, Judith en ik wilden dolgraag de ropeway op Moiwayama doen. En ik ben blij dat we dat gedaan hebben, want het was gewoonweg schitterend!




















Ik op de berg Moiwa














Shiraoi 白老
Gedurende de periode dat we in Sapporo verbleven, hebben we ook een daguitstapje naar Shiraoi 白老 gemaakt, waar we het Ainu-museum bezochten. Ainu zijn de oorspronkelijke bewoners van Japan, die naar Hokkaido verdreven werden (in de stijl van de indianen).
Ze hebben/hadden een andere huidskleur, taal en lichaamsbouw, waardoor ze gemakkelijk van de 'Japanse' Japanners te onderscheiden zijn. Schattingen over het aantal zuivere Ainu die nu nog leven, lopen uiteen tussen 10 000 en 150 000.
In het museum zijn er Ainu-huizen nagebouwd en worden er beren en honden in onmenselijke omstandigheden gehouden (geheel tegen de denkwijze van de Ainu in, maar bon). 't Museum en het aangrenzende bevroren meer waren het tripje meer dan waard! We hebben er zelfs een 'mukkuri' gemaakt, een Ainu-muziekinstrument dat uit bamboe gemaakt wordt. Niet simpel om te maken of te bespelen maar 't was wel tof!
In Shiraoi was er, buiten het museum, weinig te beleven en we werden er nog maar eens mee geconfronteerd hoe vreselijk onhandig het openbaar vervoer buiten de steden hier is. Er reden nauwelijks treinen van Shiraoi naar Sapporo en de aansluitingen waren ook niet ideaal. Gelukkig mochten we van de vriendelijke man in het station even door de ticket-controle om in de warme wachtzaal een halfuurtje door te brengen.

Hokkaido 北海道

Inderdaad, ik ben weer in Osaka geland! Niet dat ik met het vliegtuig op reis gegaan ben, wel met de boot en dat bleek niet zo vanzelfsprekend te zijn. Maar meer daarover, verder in deze blog. Laat me maar beginnen bij het begin.

5 februari 2007
De dag waarop Judith, Cat (Amerika) en Natale (Amerika) op onze reis naar het noorden zouden vertrekken. Om een uur of zes 's avonds, vertrokken we uit de dorm, naar Namba, waar we dan de bus zouden nemen naar de ferry terminal in Maizuru. In Maizuru (ten noorden van Kyoto) zouden we dan de ferry richting Otaru (Hokkaido) nemen. So far, so good, ware het niet dat Natale na 10 op de trein naar Namba zei dat ze haar bootticket op de dorm had laten liggen...
Er zat voor haar dus niets anders op dan terug te gaan. Wij zouden al doorgaan tot aan de bushalte en haar daar met haar bagage opwachten. Toen bleek dat er geen twee bussen (om19u en 21u) reden, maar enkel eentje om 8u30, begon ik me al lichtjes zorgen te maken.. Het zou ofwel heel nipt worden voor Natale om de bus nog te halen of ze zou hem missen. Ze was dan ook te laat, niet meer dan 5 minuten, maar bussen in Japan vertrekken op de minuut stipt... Heel wat over en weer getelefoneer later, besloot Natale dan maar een taxi te nemen (ipv de 2 uur durende busrit). Niet veel later dan ons, kwam dan ook Natale aan bij de ferry terminal en zoals je op de foto wel kan zien, was mijn verbazing groot toen bleek dat ze het gehaald had! (De taxirit heeft haar wel een dikke 300 euro's gekost...)
Nog steeds wat opgejaagd, maar blij dat we er allemaal waren, konden we rond 11u de ferry opstappen en een plaatsje zoeken op de boot, die 's nachts om 12u45 zou vertrekken. Het zou een boottocht worden van 20 uren, want het meest noordelijke eiland ligt nu eenmaal niet bij de deur (zo'n 900 km over zee).
De eerste uren van onze reis waren dus al behoorlijk spannend, en we waren nog maar pas vertrokken!

Titanic-scenes en boten zijn onafscheidelijk .. Cat's en Natale's slaapplaats


Otaru 小樽
Op 6 februari, rond een uur of 8 's avonds, kwamen we aan in Otaru. Gelukkig hadden we op de ferry Kemi, haar man Masashi en hun hond Aisu( wat niets anders dan 'ijs' betekent, stel u voor dat je je kinderen zo zou noemen...) leren kennen en waren zij bereid om ons Mount Tengu op te rijden en ons naar de jeugdherberg te brengen. Zelf ben ik nog nooit met de auto een ferry opgereden, maar bij deze was ik er dan toch als passagier uitgereden! Het werd al meteen duidelijk dat autorijden in Hokkaido geen sinecure is. Toen we aankwamen, sneeuwde het, maar geen haar op Masashi's hoofd dat er aan dacht om trager te rijden of voorrangsregels te respecteren. Chauffeurs zijn blijkbaar niet alleen in Osaka gevaarlijk!
Eens in de jeugdherberg hebben we die avond niet meer gedaan dan gegeten en genoten van het zicht van sneeuwval door het raam!

De volgende dag om 10u, hadden we opnieuw met Kemi en Masashi afgesproken, want ze had ons laten weten dat er een overheerlijk tempura-restaurantje was in Otaru, waar je voor zo'n 4 euro heerlijk kon eten. Dat moesten we natuurlijk uitproberen! Ze namen ons mee op een 'tour' door de stad, waarbij we op een berg stopten om van het uitzicht te genieten en ze ons meenamen naar een glasblaasatelier, waar Kemi voor ons een afspraak regelde om glas te blazen als we op 14 februari zouden terugkomen naar Otaru.



We beëindigden onze uitstap met Kemi en Masashi inderdaad in het tempura-restaurantje, dat er naar mijn mening meer als een woonkamer uitzag dan als een restaurant, maar oordeel gerust zelf! Kemi is trouwens niet zomaar een Japanse, ze heeft 7,5 jaar in Amerika gewoont, werkt als vertaler-tolk en presenteert regelmatig tv-programma's waarin ze restaurantjes uittest. Een speciale madam, die er niet voor terugdeinsde om de hedendaagse Japanse jeugd als dom te bestempelen! Ze zei exact wat ik ook al vaak gedacht had, namelijk dat je dom voordoen in Japan 'schattig' is, maar dat zij daar mooi niet aan mee doet! Met deze Japanse kan ik het wel vinden! Vooraleer naar Sapporo te vertrekken, spraken we af dat we elkaar zouden zien als we terug naar Otaru kwamen en tevreden vertrokken we met de trein uit Otaru, op naar Sapporo, waar het sneeuwfestival plaatsvond.









Sapporo 札幌
We reden langs de kust, naar Sapporo, waar het sneeuwde toen we er aankwamen! 10 meter voor de jeugdherberg, werden we aangesproken door een Rus, die op zoek was naar het Sapporo House Youth Hostel, vlak achter hem... Hij had naar verluid al een halfuur lopen zoeken in cirkeltjes, maar aangezien de naam van de jeugdherberg enkel in het Japans op het gebouw stond, had de arme man (die geen Japans sprak) het gebouw niet kunnen vinden. En zo hadden wij hadden onze goede daad van de dag meteen volbracht! Die avond wilden we natuurlijk meteen het beroemde sneeuwfestival ( 雪祭り) gaan verkennen. We vonden al snel een gigantische sneeuwman, maar in tegenstelling tot wat we dachten, waren we nog niet in Odori park beland... Dat was nog een paar straten verder. Eens in Odori-park, bleek de sneeuw echt met bakken uit de lucht te vallen en na een uurtje zat er voor ons dan ook niets anders op dan verkleumd van de kou terug te keren. Veel foto's konden we door de kou en de sneeuw op de lens niet maken en de sneeuwbeelden waren zo erg bedolven onder een laag sneeuw, dat het niet altijd duidelijk was, wat nu precies wat moest voorstellen... Onderweg maakten we wel een stop bij een raamen-restaurant, waar we een poging deden om wat op te warmen en mijn handen echt pijn deden van het ontdooien! Brrr... En dan maar vlug terug naar de jeugdherberg!












Monday, February 05, 2007

nog wat sfeerbeelden

Vanavond vertrek ik op mijn volgende trip, deze keer naar het meest noordelijke Japanse eiland, namelijk Hokkaido. Samen met de twee Amerikaanse meisjes Cat en Natale, zullen Judith en ik er onder andere naar het 'sneeuwfestival' (雪祭り) gaan kijken. We zullen terug zijn op 16 februari. Ik zal deze post afsluiten met een paar sfeerbeelden van de vorige trip doorheen West-Japan.
Geniet allemaal van de welverdiende lesvrije week!






Masato en Michael poseren bij de pizza
















Okonomiyaki in Hiroshima

en de inkomhal van het Aster Plaza Youth Hostel...

Michael en met de hond van de jeugdherberg op de berg in Ikeda









Vriendelijk koppel uit Ikeda dat ons op udon trakteerde

Friday, February 02, 2007

De roadtrip: het verslag


U heeft er lang op moeten wachten, maar hier volgt het verslag van mijn lift-avonturen doorheen West-Japan. En dit zal meteen ook de langste blog worden die ik tot nu toe al geschreven heb. Veel plezier ermee!

Sinds maandagavond ben ik weer terug in Osaka, na een hitchhike-avontuur van 2 weken samen met mijn collega uit Leuven, Michael. Een paar maanden geleden vertelde Michael me over zijn plan om tijdens onze wel heel lange vakantie te gaan liften doorheen Japan. Veel plannen had ik toen nog niet en voor wat avontuur ben ik altijd te vinden, dus stelde ik voor dat ik mee zou gaan. Het idee van liften in een ander land à la Peking Express had mij altijd al wel aangesproken. Alleen liften als vrouw, zelfs in het veilige Japan, is echter een risico en met twee is op reis gaan gewoon veel leuker. Dat we zouden gaan liften stond al langer vast, maar waar we precies naartoe zouden trekken, hebben we pas een week voor vertrek vastgelegd. We zouden in Osaka vertrekken, zo zuidelijk mogelijk op Kyushu proberen te geraken en dan van daaruit via Shikoku terugkeren. Hoe we dat precies zouden doen, hebben we, zoals echte avonturiers, de avond voor vertrek pas beslist. Alle Japanners tegen wie ik mijn lift-plan vertelde, zeiden me dat liften in Japan ‘onmogelijk’ is, maar aangezien hier wel meer mogelijke dingen ‘onmogelijk’ gevonden worden, maakte ik me nog niet meteen zorgen. Op het internet vond ik een hele hoop verhalen van buitenlanders die liften in Japan al uitgetest hadden en er niets dan lof over hadden. Een van de meest indrukwekkende verhalen is wel dat van een Amerikaanse missionaris die al zo’n 30 jaar al liftend zijn doel ‘to preach the Gospel’ volbrengt. Het is op de site van deze man, dat we leerden dat je best kan vertrekken op een service area (サービスエリア) of parking area (パーキングエリア) van de autosnelweg (自動車道).Zo gezegd, zo gedaan en op maandagochtend om 9u stonden we dan ook klaar voor vertrek. Michael was met behulp van een kaart van Suita en wat uitleg van kotgenootjes te weten gekomen waar de service area van Suita was en daar zou ons avontuur dan ook beginnen. Zonder te weten of we al dan niet te voet tot aan de service area zouden geraken, gingen we op stap. De examens waren hier toen nog volop bezig voor de Japanse studenten en we werden dan ook nogal bekeken toen we met onze rugzakken over de drukke campus liepen. Een halfuurtje later stonden we aan het hek rond de service area van Suita, waar we niet meteen een poortje vonden en dus maar over het hek moesten.

Klaar voor het echte vertrek!
Onze eerste lift-techniek was gewoon naar de mensen toestappen met de vraag waar ze naartoe gingen en of ze ons misschien wilden meenemen, maar dat Japanners niet van de directe aanpak houden, werd ons (hoewel we dat eigenlijk al wisten) snel duidelijk. Dan maar de indirecte aanpak: met een bordje waarop de naam van de bestemming staat, in de hand en de duim omhoog aan de uitgang van de service area gaan staan. We stonden daar tegenover het tankstation en de mannen van het tankstation hadden ons dan ook al heel snel opgemerkt. Een van de mannen kwam naar ons toe met een zelfgemaakt bordje en gaf ons wat tips om snel uit Suita weg te geraken. Volgens hem zou het sneller gaan als we eerst een stuk richting Kyoto trokken, om dan weer terug te keren.. We volgden de raad van de vriendelijke man en wat later maakte een tankende man in de auto een gebaar dat hij ons wel wou meenemen. Michael en ik hebben nog steeds een sterk vermoeden dat de man van het tankstation ons daar een handje geholpen heeft. Waarvoor dank! En weg waren we! De man bracht ons tot aan de volgende service area in Otsu (大津). En net voor we uitstapten stopte hij Michael een envelop in zijn handen. Voor mij leek het een zakje snoepjes, maar het bleek een envelop te zijn met 5000 yen (iets meer dan 30 euro) erin…De jeugdherberg die we die avond als einddoel hadden, zou zo’n 3000 yen per persoon kosten en was bij deze al zo goed als betaald! Lang leve de eerste vriendelijke Japanner van onze tocht! Die dag geraakten we in totaal door 5 auto’s in Okayama (岡山). De meest opvallende mensen van die dag waren de oudere mevrouw en meneer die ons tot op de service area van Nishinomiya brachten en ons daar niet wilden achterlaten vooraleer ons op een koffie getrakteerd te hebben. Ze zouden naar de onsen ( 温泉) gaan en moesten aan die service area een andere weg opslaan. De man die ons de laatste lift voor die dag bezorgde, moest eerst zijn auto half opruimen vooraleer we erbij konden en toen hij bij de afrit naar Okayama zijn ticketje moest bovenhalen, waarmee bepaald kon worden hoeveel zijn rit op de autosnelweg zou kosten, moest hij dat nog zoeken tussen de rommel en de vieze boekskes. Toen hij er ééntje gevonden had, bleek dat het verkeerde te zijn en moest hij verder zoeken.. Maar goed, hij vond het dan toch en zo konden we verder naar Okayama, waar de vriendelijke man ons aan het station afzette! De eerste eindbestemming was bereikt na 270 km en dat op relatief korte tijd (ik geloof dat we daar waren om 4u in de namiddag) en zonder al te veel moeite!

Dag 2, zou de dag zijn dat we naar Hiroshima gingen. De eigenaar van de jeugdherberg zou ons om 11u naar de dichtstbijzijnde service area brengen, maar eerst wilden we nog Korakuen ( 後楽園 ) en Okayama-kasteel (岡山城) zien.

Ik in het kasteel...

Vroeg opgestaan, genoten we van het zicht op het kasteel van Okayama, ook wel het kraaienkasteel genaamd en het zicht op één van de 3 grote tuinen van Japan. Het kasteel was zeer mooi langs buiten, maar de centrale lift in het gebouw deed wel een enorme afbreuk aan de authenticiteit, wat ik heel jammer vond. Korakuen of ‘the garden for taking pleasure later’ is inderdaad een prachtige tuin, hoewel ik vrees dat we er op het verkeerde moment van het jaar stonden. Het gras was bruin, de kersenbloesems zonder kleur, bomen zonder blaadjes gaven het geheel dan ook nogal een sombere aanblik. Tijdens het bloeien van de kersenbloesems is deze tuin wel geweldig denk ik! Zeker een aanrader!

Hiroshima 広島
In 2 auto’s geraakten we van de service area in Okayama naar Hiroshima, 180 km verder. We kregen eerst een lift van een dikke man, met zijn knappe vrouw en daarna volgde een lift van 4 salarymen. Vooraleer we in de auto stapten, leek het alsof er maar 2 mensen in de auto zaten, maar toen de achterdeur openging, bleken er nog 2 mensen achterin te zitten. Blijkbaar was de auto vanbinnen veel ruimer dan langs buiten, want er was een tweede achterbank, waarop wij konden plaatsnemen. We hebben ons enorm goed geamuseerd met deze mannen, die van Osaka bleken te zijn! Mijn beeld over salarymen is door hen wel veranderd. Ik dacht altijd dat salaryman een enorm hard bestaan hadden, waarin werk het enige was. Dat is gedeeltelijk wel waar, maar ze bleken zich toch ook enorm te amuseren onderweg en namen uitgebreid de tijd om onderweg talrijke koffiepauzes in te lassen. Ik verschoot wel even toen ze zeiden ‘中国はダメ’ (Chuugoku wa dame of ‘China is geen optie’) toen we het hadden over reizen en wat later toen ze de bezoekjes van de premier aan Yasukuni goedkeurden zonder er ooit zelf geweest te zijn. Ruimdenkend kon je de mannen niet noemen, maar je kon wel met hen praten en lachen, wat we dan ook gedaan hebben! Zo kwamen we al snel aan in Hiroshima, hoewel het vinden van de jeugdherberg wat meer voeten in de aarde had. We zochten het Aster Plaza Youth Hostel, waar we 2 keer voorbijgelopen zijn, vooraleer er binnen te gaan, omdat we het te chic vonden en niet geloofden dat het dat gebouw werkelijk was…. De volgende dag stond het verkennen van Hiroshima op de planning. Hiroshima is de stad waar op 6 augustus 1945 om 8u15 een atoombom gevallen is en dat zijn ze duidelijk nog niet vergeten. Alles in de stad, doet je denken aan die vreselijke dag.
We gingen het Peace Memorial Museum, de A-Bomb Dome, Peace Memorial Park en Hiroshimajou (Kasteel van Hiroshima) bezoeken. Het was een druilerige dag, maar dat paste wel bij de sfeer die er hing in het museum. Dat museum heeft een enorme impact gehad op mij en toen ik er buitenkwam had ik echt het gevoel dat iedereen die nog maar denkt over oorlog, daar eens een kijkje zou moeten gaan nemen. ’s Avonds hadden we met een paar mensen afgesproken die we op het filmfestival hadden leren kennen, om samen Hiroshima-yaki te gaan eten. Hiroshima-yaki is een andere versie van ‘okonomiyaki’ die de specialiteit van Osaka genoemd wordt. Bij de discussie over welke nu de lekkerste is, denk ik dat ik toch voor Hiroshima-yaki moet gaan….

Shimonoseki 下関

Vanuit Hiroshima namen we op donderdag 18 december de tram en de ferry naar Miyajima/ Itsukushima ofwel het eiland met de befaamde Itsukushimajinja, de tempel met de drijvende torii.

We zagen er de senjo-kaku (hal met 1000 matten), los rondlopende herten, die omdat ze de uithongering nabij waren, papier aten, en we hebben er gebakken oesters gegeten. Rauwe oesters zijn vies, maar deze waren echt overheerlijk! We gingen terug naar Honshu door weer 15 min. de ferry te nemen en vervolgens bracht de tram ons zo dicht mogelijk bij de volgende service area. In een buurtwinkeltje gingen we de precieze weg ernaartoe vragen, waarop de vriendelijke oude man ons een lift aanbood tot op de service area! Heerlijk zijn ze, die Jappen! Deze keer geraakten we in 3 keer weer 215 km verder. Eerst werden we opgepikt door een man met enorme nood aan gezelschap, die zijn auto eerst volledig opruimde, voor hij ons liet instappen! Dan gebeurde dat ook eens… De man was al lang weg van huis voor het werk en was blij met een babbel. En wij met de lift!Vervolgens pikten 2 salarymen ons op en tenslotte bracht een schooljuffrouw ons tot aan de jeugdherberg in Shimonoseki. Die avond beklommen met de Hi no Yama (vuurberg/ 火の山)met ons avondeten en van boven op die berg hadden we een prachtig zicht op de verlichte stad en de brug tussen Honshu en Kyushu!

Van Shimonoseki 下関 naar Fukuoka 福岡

Om 6u uit de veren, klaar om naar de Karato-ichiba / de vismarkt te gaan! Versere vis had ik nog nooit gezien, maar aangezien de markt eigenlijk al begon om 1u, leek ze ook zo goed als gedaan te zijn. In het cafetaria boven de markt kon je fugu oftewel de ‘giftige en dus levensgevaarlijke’ kogelvis eten, wat we dan ook gedaan hebben! Lekker! En we leven nog!Vervolgens gingen we terug naar de jeugdherberg om onze spullen op te halen en te voet, door de tunnel naar Kyushu te stappen! Spannend! Eens op de volgende parking area, kwamen we wel tot de vaststelling dat we niet meteen van daaruit naar Fukuoka konden, maar eerst terug de brug over moesten om de snelweg te kunnen oversteken en aan de juist kante van de weg te gaan liften. We werden meegenomen door een man die ons enkel meenam omdat we Japans spraken en ééntje met de grootste wenkbrauwen die ik ooit gezien heb! De laatste lift tot in Fukuoka was de ergerlijkste. De man was gewoon te boertig en bleef maar herhalen dat we hem dankbaar moesten zijn! Masato, die we hadden leren kennen op het CM-festival in Osaka, kwam ons halen aan het station en had ervoor gezorgd dat we konden blijven slapen in het huis van de organisator van het festival, die toevallig in het buitenland zat. Zaterdag gingen we met Jonathan, de Belg die in Kyushu studeert, Fukuoka verkennen. Na wat busproblemen, kwamen we met een uur vertraging aan op de plaats van afspraak en konden we naar de Yahoo-dome, Fukuoka-tower en Ohori park. In dat park ontmoetten we Mina, Jonathans vriendin, die ons vergezelde bij het eten van hakata-ramen (noedels). Daarna gingen we nog naar de izakaya en toen was het al tijd voor het afscheid. Jammer!Merci Jonathan voor het gidsen!! Die avond was nog niet gedaan, want er zouden nog vrienden langskomen in het huis van Bouviersan. We hadden gerekend op een feestje, maar niet op ééntje dat pas om 4u ’s nachts zou beginnen… Zo was het anders wel! ’t Was een enorm leuk, maar zat feestje! Ik schat dat we tegen 11u ’s morgens gaan slapen zijn en toen we om 5u in de namiddag wakker werden, hadden we allemaal een kater en dus hebben we zondag maar gewoon overgeslagen…


Kumamoto 熊本

We zijn niet met één lift in Kumamoto geraakt, maar ik herinner er mij slechts één, namelijk die van een hele sympathieke kerel die Basashi bleek te maken. Basashi is de specialiteit van Kumamoto en bestaat uit niets anders dan rauw paardenvlees… De man zette ons af aan het station van Kumamoto, waar we werden aangesproken door een man die een businesshotel had in de buurt. We zouden dat nooit kunnen betalen en probeerden hem af te wimpelen. De man bleef aandringen en bood ons uiteindelijk een kamer aan voor de helft van de prijs die de Lonely Planet voorschreef! Zot zijn ze soms ook wel die Jappen, maar geklaagd hebben we niet!
Het kasteel van Kumamoto hebben we gezien, maar enkel langs de buitenkant, want het zou net gaan sluiten… Michael heeft Basashi uitgeprobeerd, maar rauw vlees, daar kon ik me toch niet in vinden: BAH!











Sata Misaki 佐多岬

We gingen liften van Kumamoto naar Sata Misaki oftewel het meest zuidelijke punt van Japan! Wie ons meegenomen heeft, zal ik hier even overslaan, maar die dag was het wel essentieel dat de jeugdherberg, waar men ons wou afzetten gesloten was. Die jeugdherberg bevond zich nog een heel eind van de kaap af en van daaruit zouden we nooit op tijd aan de kaap geraakt zijn. Maar de jeugdherberg was dus gesloten en daardoor werden we door de bestuurders die bij de gemeente werkten, meegenomen naar het ‘gemeentehuis’ en van daaruit werd er voor ons een slaapplaats geregeld…. Vervolgens werden we door de burgemeester himself naar het hotel met zicht op zee gebracht en regelde de man voor ons opnieuw een kamer tegen 3000 yen die normaal veeel meer kostte! Tegen de tijd dat we daar waren, was het ongeveer 4u en we vreesden al dat we niet meer voor zonsondergang aan de kaap zouden geraken. Toen de man aan de receptie ons dan ook nog zei dat de kaap te voet niet te bereiken is omdat dat te gevaarlijk is en je enkel het natuurpark in kan met een voertuig, waren we teleurgesteld. Tot het moment waarop hij voorstelde om ons snel te brengen! Om 17u zouden we er moeten vertrekken en om 16u45 waren we er pas aangekomen, dat betekende dus net tijd om tot aan de kaap zelf te spurten, foto’s te maken en terug te lopen! Maar het is gelukt en we waren supertrots! Van de conversaties die avond met de mensen in het hotel heb ik nauwelijks iets begrepen, want het was het meest platte Japans dat ik al ooit gehoord het en dus heel frustrerend om naar te luisteren, maar het leverde wel een lift van de hoteleigenaar voor de volgende dag op!

Sushi-feestje! (of niet?)

Woensdag zou de verste lift-dag worden van deze reis. We gingen namelijk terugliften van Sata Misaki naar Fukuoka, voor een sushi-feestje dat Ryuutaro en Masato zouden organiseren.We hebben de 350 km terug met succes volbracht, maar van een sushi-feestje is er niets in huis gekomen omdat Ryuutaro, die voor de vis ging zorgen, niet is komen opdagen…. Masato trakteerde ons wel op de beste zeevruchtenpizza die ik al ooit gegeten heb en dat was ook zeker de moeite! Iyori kwam nog langs met zijn 2 zussen en zo werd het toch nog een gezellige avond! 

Beppu
De volgende bestemming zou Beppu worden! We werden in 2 keer tot in Beppu gebracht. De tweede man zal ik nooit meer vergeten denk ik. Hij was een salaryman, die vertelde dat hij nooit vakantie had en nu voor de eerste keer in 2 jaar nog eens naar zijn thuisstad en zijn ouders terugkeerde. Hij was supervriendelijk en eens in Beppu bracht hij ons naar de onsen, waar je op deze warmwaterbronnen gestoomde producten kon kopen en trakteerde hij ons op gestoomde eieren en pudding. Lekker! Vooraleer hij ons naar het station bracht, wou hij ons nog een gratis, rustige warmwaterbron tussen de bergen laten zien. ’t Was echt een idyllisch plekje, hoewel niet ver ervandaan een gigantisch kerkhof was en het toch wel een raar gevoel was om daar met kleren rond te lopen… Toen bracht de man ons naar het station, van waaruit wij dan naar de jeugdherberg zouden gaan. Eens aan het station, stelde hij toch voor om ons naar de jeugdherberg te brengen, waar we heel dankbaar voor waren, want de jeugdherberg was gesloten…. Waarop hij even rondbelde en ons naar een ander hotel bracht. We zagen hem 10 000 yen (66 euro) betalen en toen leidde men ons naar de Japanse kamer! Dat moet echt de meest fantastische Japanse kamer geweest zijn die ik al ooit gezien heb, Zo groot! De verbazing moet op onze gezichten te lezen zijn geweest! WOW! Toen er dan ook nog een mevrouwtje ons vertelde dat ze onze futons zou komen leggen en ’s anderendaags ontbijt naar de kamer zou brengen, vielen we echt bijna om! De vriendelijke salaryman vroeg ons om 5000 yen te betalen, de volgende dag, waardoor we beseften dat we wel degelijk in een kamer van 100 euro per nacht gingen slapen… Duizelingwekkend! Die avond hebben we dan ook in schoonheid afgesloten met yakiniku 焼肉(soort binnenhuisbarbecue) en daarna in de onsen! ’t Was een fantastisch dagje! Vrijdag zouden we ook in Beppu doorbrengen, maar niet meer in hetzelfde hotel…(wegens toch zwaar boven het budget!) We besloten na het fantastische ontbijt ons naar een hostel in de buurt van het station te begeven. Daar was het veel gezelliger en voelde ik me precies toch iets beter op mijn plaats…We zouden die dag Beppu wat als toeristen verkennen. We passeerden eerst langs het toeristisch bureau, waar we een lange, leuke babbel hadden met een vriendelijke, wat oudere mevrouw en meneer. Ze overlaadden ons met info en thee, maar we vingen er wel uit op dat we best naar ‘de 8 hellen’ en ‘hyoutan-onsen’ konden. Die 8 hellen, zijn warmwaterbronnen met een temperatuur tussen 80 en 100 graden. Elk van deze acht hebben hun eigen verschillende kleuren en temperaturen en zijn met al die rook in de buurt heel mooi om zien. ’t Was wel enorm jammer om te zien hoe de natuur ook hier toeristisch uitgebuit wordt.

Pootjebaden in het water van de hel (dat al wat afgekoeld was door de omleiding..)

Die avond gingen we naar de ‘onsen’ / warmwaterparadijs! Speciaal aan ‘hyoutan-onsen’ was dat er ook een zandbad was, en ik geef toe, voor mij klonk het ook enorm raar de eerste keer dat ik dat hoorde, maar Michael en ik wouden dan allebei eens proberen! (Zo’n baden zijn normaal steeds apart voor mannen en vrouwen, maar het zandbad was gemengd, waardoor je er met yukata in moet. ’t Concept is heel simpel: je graaft een put in het zand, gaat erin liggen en bedekt jezelf helemaal met zand. Waarom is dat leuk?? Omdat er onder dat zand een warmwaterstroom loopt en dat zand heerlijk warm heeft!’t Heeft ongeveer hetzelfde zweeteffect als een sauna, maar ik vond dit aangenamer! Daarna douchen en hop, alle warmwaterbaden uittesten! Mijn persoonlijke favoriet is toch het buitenbad… Als ik ooit heel rijk wordt, komt dat in mijn tuin te liggen!

Kochi 高知

Na de beperkingen van het openbaar vervoer in Beppu ondervonden te hebben, namen we de ferry naar Yawatahama (八幡浜). Yawatahama ligt op Shikoku, het eiland dat ook wel bekend is als ‘het platteland’…Wat Nederlands is voor ‘veel minder beschaving dan we hier op Japan gewend zijn’. We werden door 2 madammekes tot op de parking van een supermarkt gebracht, vlakbij de oprit van de expresweg naar Matsuyama. Daar werden we opgepikt door een babbelziek, ander madammeke. Wij gingen ervan uit dat ze de expresweg zou oprijden, wat ze niet deed, ze nam de trage wegen. Ze had pas een dure, milieuvriendelijke auto gekocht en wou kosten sparen door tolvrije, trage wegen te gebruiken… Niet goed voor mijn zenuwen, want ze bleeeeef echt maar praten! Na een bezoek aan Uchiko-za, een kabuki-theater, zette ze ons dan toch af aan de oprit van de snelweg in Matsuyama. Daar bracht een vriendelijke tandarts ons weer verder tot in Irino. ’t Was al donker en net toen we ons plan om naar Kochi te gaan wouden opgeven, toen stopte er een auto! Er zat een vriendelijke bewoner van Kochi in, die ons bij de jeugdherberg van Kochi afzette en voorstelde om samen iets te gaan eten en drinken. Hij trakteerde die avond op ‘katsuo no tataki’ in een geweldig sushi-restaurant. Ik had nog nooit zoveel sushi op één avond gegeten. ’t Was een supergezellige avond en Matsutani Akira is een vriend geworden! De volgende dag zou hij ons om 9u komen oppikken om ons rond te leiden doorheen ‘toeristisch Kochi’. We gingen naar het kasteel, de zondagsmarkt, Katsurahama-beach en eindigden de dag in Kochi met een Indisch etentje met de gids van het kasteel en Akira.





Ikeda 池田
Ikeda was niet zover van Kochi vandaan, maar we wouden ernaartoe omwille van de jeugdherberg op de top van een berg, aan een tempel. Met één lift geraakten we tot op de berg, alleen jammer dat de tempel-/bergbewoners niet bepaald van de sympathieke, oversociale soort waren…We konden er een hele mooie zonsondergang zien.







Suita! 吹田 

De laatste dag! Deze begon moeilijk, want het was koud en we hadden moeite met het wegraken uit Ikeda, maar uiteindelijk werden we opgepikt door een jong koppel dat we voor de tweede keer zagen passeren… Ze namen ons mee naar een udon-restaurant (noedels) om ons de plaatselijke specialiteit te laten proeven. Wegens een overdosis eieren de laatste tijd, was ik niet echt te vinden voor nog een rauw ei samen met redelijk harde noedels. We hadden het plan opgevat om op de laatste dag naar de naruto-whirlpools te gaan kijken, maar de ijsverkoper daar, wist ons te zeggen, dat die enkel bij volle en nieuwe maan echt de moeite waard zijn. Waarop wij dus terug op stap gingen, een paar liften versierden over de 6e langste brug ter wereld, tot aan de service area voor de akashikaikyouhashi ofwel de langste brug ter wereld. Zo’n gigantische brug, dat had ik me niet kunnen indenken! De brug wordt ook wel de ‘Pearl Bridge’ genoemd omwille van de verlichting ’s avonds en die wilden we maar al te graag zien, dus bleven we daar tot de avond gevallen was. Eens het echt donker was, was de brug, met zijn verschillende kleurtjes, nog mooier! We hadden ondertussen ook wel wat spijt dat we gewacht hadden. We stonden al een uur in de kou te wachten op een lift, in het donker en het werkte niet bepaald. Veel mensen vertraagden om eens goed te kijken naar die rare, liftende buitenlanders, maar stoppen deden ze niet. Gelukkig waren de mensen van het tankstation er die ons kwamen helpen met een enorm bord waarop Suita aan de ene kant en Osaka aan de andere kant geschreven stond. Het werkte blijkbaar na een halfuurtje, want één van de tankende mensen riep dat hij wel een omweg wou maken voor ons, net op het moment dat er nog iemand stopte. Er stopte een witte auto en de bestuurder was blijkbaar van Suita en wou ons graag een lift geven. Wij stapten dus in in de tweede auto en die man was zo vriendelijk dat hij ons voor de poort van de universiteit heeft afgezet, terwijl hij eigenlijk die avond in Nagoya moest zijn!

Conclusie.
*Japanners zijn supervriendelijk
*Veel Japanners hebben nog nooit een buitenlander gezien of gedragen zich zo.
*Liften in Japan is mogelijk!!!
*We hebben 2255 km gelift in een tijdspanne van 2 weken!

*Merci Michael, 't was fantastisch!